Cultuurgeschiedenis - J. Lampo

Schets van het brede cultuurhistorisch kader waarbinnen kunst kan ontstaan, ontplooien en evolueren. De pelgrimstocht van de mensheid bepaalt immers ook de ontwikkelingsgang van de kunst vanuit de antieke denkwereld, over de geschiedenis van de middeleeuwse instellingen, naar de dynamische groei van de nieuwe tijd. Ook het wereldbeeld van industrialisering en sociale ontvoogding in de moderne en de nieuwste periode leren hoe inherent de algemene geschiedenis kunst en cultuur verbindt.

Griekse en romeinse kunst - Koen Demarsin

Via een overzicht van de bouwkunst, de beeldhouwkunst en de schilderkunst wordt aangetoond hoe Griekenland aan de wieg der kunsten en de westerse beschaving stond. Illustreren dat de Romeinen eigen Italische elementen combineerden met de verworvenheden van de Laat-Griekse en Hellenistische cultuur, en deze tweepolige beschaving over gans Europa verspreidden, is het volgende objectief. Tenslotte wordt beschreven hoe deze cultuurfusie uiteindelijk de duimen moest leggen voor de regionale kunstuitingen in het Romeinse imperium en aldus de Laat-Antieke beschaving inluidt.

Muziekgeschiedenis I : van gregoriaans tot Bach - Piet Stryckers

Na voeling met de schoonheid van het gregoriaans, wordt het ontstaan van de vroege meerstemmigheid in de gotische periode geschetst. Voor de renaissancetijd ligt de nadruk op de bloei van de polyfonie van de Nederlanden met Dufay, Josquin en Lassus. Eigen aan de vroege barok is het ontstaan van de opera in Italië (Monteverdi) en de verspreiding van de expressieve kunst van de begeleide solozang. De barokmuziek ontwikkelt zich verder in de cultuurlanden Frankrijk (Versailles), Engeland (Purcell, Haendel) en Duitsland (Schütz, Bach). Per cultuurperiode zullen vanuit typerende luistervoorbeelden de hoofdkenmerken van de verschillende muzikale stijlen en genres worden belicht.

Bouwkunst: middeleeuwen en nieuwe tijd - S. de Clippele

In deze cursus bestuderen we de scharniermomenten wanneer de Romaanse architectuur evolueerde naar de gotiek en wanneer de antieke architectuur zich opnieuw verspreidde ten tijde van de Renaissance. Hierbij besteden we aandacht aan de maatschappelijke achtergronden en de know-how die deze evoluties mogelijk maakten en bekijken we hoe die stijlen destijds gepercipieerd werden. Nog al te vaak geven de hedendaagse stijlconcepten immers een onvolledig beeld van de vernieuwende en traditionele stromingen binnen de architectuur.

Actuele kunst II - K. Deglas

Na de Tweede Wereldoorlog zien we in de plastische kunsten opvallend veel nieuwe tendensen en experimenten die elkaar in snel tempo opvolgen. Kunstenaars zoeken totaal andere wegen. Ze doorbreken het traditionele onderscheid tussen de verschillende kunstuitingen en vinden elkaar over de grenzen heen. Hun werk is een weerspiegeling van een reflectie op het nieuwe tijdsbeeld met zijn enorme technologische ontwikkelingen, grote mobiliteit en groeiende macht van de media, maar ook met zijn vragen en frustraties over de zin van deze jachtige maatschappij.

Kunst in de 19de eeuw I - A. De Neys

De 19e eeuw kenmerkt zich door verschuivingen en veranderingen op politiek, economisch en sociaal gebied. Deze sterk evoluerende maatschappij beïnvloedt ook het artistieke gebeuren. De kunsten komen in een stroomversnelling. De ene richting volgt op de andere. Wat rest is een complexe materie. Het hoofdkenmerk van de negentiende-eeuwse kunst valt best te omschrijven als een spanning tussen de officiële kunst en de jonge, progressieve avant-garde.

Schilderkunst Nederlanden: de eeuw van Bruegel - B. Wolters van der Wey

In de prachtlievende Bourgondische Nederlanden komt in de 15de eeuw de schilderkunst van de “Vlaamse Primitieven” tot bloei met kunstenaars van wereldformaat als Jan Van Eyck, Rogier Van de Weyden en Hugo Van der Goes. Hun zin voor ruimte en kleur, voor stoffelijkheid en natuurervaring, gepaard aan plastische zin, vroomheid en menselijkheid wordt voortgezet in de schilderwerken van Gerard David, Dieric Bouts en Hans Memling.

Schilderkunst algemeen: romaans tot gotisch - P. De Laet

We maken kennis met de hoogtepunten van de boekverluchting, muur- en paneelschilderkunst van 900 tot 1450 in Europa. We bezoeken hiervoor Duitse en Franse kloosters, Spaanse en Scandinavische kerken, Italiaanse paleizen.

Zowel technische, inhoudelijke, stilistische en maatschappelijke kenmerken komen aan bod.